‘BuurtLAB is een platte organisatie. Afspraken maken en bijhouden doen ze via de smartphone en een Google-agenda. Geen secretaresse nodig. Zo hebben en houden ze grip. ‘Ed, ik zie in jouw agenda staan dat je vanaf december op de vrijdag schaatsles hebt. Klopt dat?!’ vraag Bart aan Edward.

‘Ja, ik ga lessen op die nieuwe schaatsbaan. Lijkt me leuk. Het wordt tijd dat ik weer wat meer ga sporten en bewegen,’ antwoordt Edward. ‘Nou, veel succes. Misschien kunnen we dan eind januari op de Weissensee die grote schaatstocht doen,’ zegt Bart. ‘Ja, wacht even. Moet het eerst nog leren en 10 kilo lichter worden,’ zegt Edward. ‘Dat leren lukt wel denk ik. Die 10 kilo is een ander verhaal,’ flapt Bart eruit. Zo gaan ze met elkaar om. Recht voor zijn raap. Edward pakt zijn noren en gaat naar de schaatsbaan. Hij krijgt die ochtend zijn eerste schaatsles.

‘En hoe ging het?’ vraagt Bart wanneer Edward weer terug is. ‘Was erg leuk. Veel geleerd. Maar het moeilijkste is het afleren van oud gedrag. Man, man, man. Ik heb nog schaatsles van mijn ma gehad op Friese doorlopers. Die techniek zit helemaal in me. En dat moet ik nu loslaten en veranderen,’ vertelt Edward vol passie. ‘Nog op je plaat gegaan?’ vraagt Bart. ‘Ook dat. In een bocht dacht ik al wel pootje over te kunnen schaatsen, maar dat ging even mis. Ik verloor alle grip. Hups, die boarding in,’ antwoordt Edward. Die gasten van BuurtLAB hebben wel lef. Soms slaat dat door in overmoed. ‘Ja, grip is belangrijk. Bij alle sporten volgens mij. Grip op de sneeuw, grip op het ijs, grip op de bal. Als ik met die kinderen bij FC Zylyn sport in de buurt, let ik daar altijd op. Anders voelen ze zich niet veilig. Bouwen ze geen zelfvertrouwen op. Zonder grip geen vooruitgang,’ zegt Bart. En hij kan het weten met zijn CIOS-achtergrond.

Edward haalt koffie. Hij denkt nog na over de woorden van Bart. Grip. ‘Als we jouw verhaal over grip eens vertalen naar de buurt, Bart. Volgens mij hebben veel mensen het gevoel dat ze geen grip meer hebben op hun buurt, de overheid, grote instanties, hun straat, de woningcorporatie. Dat geeft volgens mij onbegrip. Mensen begrijpen het niet meer, raken gefrustreerd en komen in verzet,’ zegt Edward. ‘Ja, en daarom is het zo belangrijk dat we bij wat we ook doen in een buurt, mensen vanaf de start het gevoel van grip geven. Praktijk-nabij ontwikkelen noemen we dat toch?!’ antwoordt Bart. Edward knikt. ‘Daar hebben ze nu mooie begrippen voor: bottom-up werken, burgerkracht, participatiesamenleving, doe-het-zelf-democratie. En geen mens die begrijpt wat ze bedoelen,’ zegt Edward humeurig.

Bart knikt instemmend. Ze gaan naar huis. ‘Ik zie je morgen Bart!’ roept Edward. ‘Is goed en zorg dat je grip krijgt op dat ijs en je gewicht,’ zegt Bart. ‘Ja nu weet ik het wel. Wijsneus!’ zegt Edward.