Wat willen buurtbewoners en hoe komen we daar achter?’ vraagt Bart. ‘Laten we ze het gewoon vragen!’ reageert Edward. ‘Wat een creatief idee!’ juicht Bart. Vol energie duiken ze een buurt in. De buurt heet Cool. Midden in het centrum van Rotterdam.

Samen doorkruisen ze Cool. Op een plein zien ze kinderen spelen. ‘Zullen we erop afgaan? Dan vragen wij ze hoe zij spelen in hun eigen buurt,’ vraagt Bart.

‘Kinderen, mogen we jullie iets vragen?’ vraagt Bart voorzichtig. ‘Maar natuurlijk vriend!’ reageren de kinderen vrolijk en brutaal. ‘Kunnen jullie ons laten zien hoe jullie in deze buurt spelen? We hebben digitale camera’s waarmee jullie foto’s kunnen maken. Wijzen jullie ons maar de weg!’ legt Bart uit. Zo gezegd, zo gedaan. ‘Ik denk dat we vooral onveilige plekken en speeltoestellen te zien krijgen,’ zegt Edward tegen Bart als ze achter een groepje kinderen lopen. Er wordt flink gefotografeerd. Bij terugkomst staan de volgende kinderen al te wachten om mee te doen. Aan het eind van de dag hebben ruim 60 kinderen foto’s gemaakt. Bart en Edward zijn moe en gaan voldaan naar huis. Wat een succes. Ruim 700 foto’s. Gewoon vragen werkt!

‘Bart, heb jij die foto’s al gezien?’ vraagt Edward de volgende dag.‘Nee, ik ben de heleavond bezig geweest om een kantoor te zoeken voor BuurtLAB,’ zegt Bart. ‘Kom nou eens kijken man naar die foto’s!’ Bart kijkt en kijkt. ‘Wat gaan er veel over natuur man!’ reageert Bart verbaasd. Bomen, lieveheersbeestjes, bloemen, plantjes. ‘Wat gek zeg. Het had toch over klimrekken, wipkippen en zebrapaden moeten gaan. Ze hebben het niet goed begrepen denk ik,’ roept Edward. ‘Hoe leggen we dit de politiek uit? Ben je lekker bottom-up bezig, komen die kinderen met dingen die niet binnen het beleid passen.’ Dat is vragen om oorlog met de bureaucratie. Met lood in de schoenen vertrekken de heren naar de overheid.

Ze zetten hun laptop op tafel en laten de portefeuillehouder de foto’s zien. Ze mompelt ‘Moet je toch kijken!’. ‘Ja sorry, maar die kinderen hebben duidelijk andere beelden gemaakt dan wij wilden,’ legt Bart bedremmeld uit. Plotseling roept de portefeuillehouder ‘Coolzaad!’. Die kinderen willen iets met groen in hun buurt en dat noemen wij Coolzaad. Energie van de toekomst. Ik vraag BuurtLAB dit te organiseren.’ De portefeuillehouder regelt ter plekke draagvlak en geld.

Tevreden gaan Bart en Edward naar huis. ‘Goede tactiek was dit zeg, co-creatie!’ roept Edward op zijn fiets Bart na.