BuurtLAB is klein. Klein is het nieuwe groot. BuurtLAB is plat. Plat is het nieuwe topdown. Organisaties als BuurtLAB zijn de hark (een traditionele, topdown organisatievorm) voorbij, maar hebben wel met harken te maken en moeten oppassen niet aangeharkt te worden. ‘Zo Bart, ik ben uitgenodigd door een grote gemeentelijke dienst. Ze willen met ons praten over natuur en milieu educatie,’ roept Edward bij de eerste bak koffie koffie in de ochtend.

‘Dat is toevallig zeg. Ik word net gebeld door een Hogeschool. Ze willen met ons in gesprek. We schijnen het anders te doen en dat valt op. Die sociale opleidingen liggen een beetje op zijn gat en ze willen van ons horen hoe het anders moet,’ reageert Bart. Edward zucht: ‘Eindelijk erkenning.’

Na de koffie gaan beiden hun weg. Edward meldt zich aan de balie van de gemeentelijke dienst, Bart aan die van de hogeschool. Per lift gaan ze omhoog langs vele verdiepingen vol kantoren gevuld met medewerkers. Wat een complexe systemen.

Na 3 uur van overleg, gesprek en dialoog ontmoeten de heren elkaar in een grand cafe. Onder het genot van een cappuccino brengen ze elkaar verslag uit. ‘Zo, ik had een gesprek met 3 mensen over vernieuwend natuur en milieu-educatie. Ze zien ons als vernieuwers. We zitten in een werkgroep ‘Vernieuwend Natuur & Milieu Educatie versie 2.0’ en mogen meedenken. Er is geen budget voor een vergoeding,’ vertelt Edward enthousiast.

‘De hogeschool wil volgens mij echt zaken doen met BuurtLAB, Ed. Ik doe mee aan de werkveldcommissie van de hogeschool. Maar ook geen budget Ed,’ legt Bart uit. Ja, dat kleine BuurtLAB wordt serieus genomen. Het jaar gaat voorbij. De sociale ondernemers van BuurtLAB steken tijd en energie in de werkgroepen en commissies. Want als je a zegt, moet je ook b zeggen. Afhaken is geen optie. Doorzetten, de schouders eronder is hun motto. Lekker meedenken, kennis delen en verbinden en dan komt er vanzelf chemie.

‘Bart, ik heb vanochtend weer een meeting met de werkgroep ‘Vernieuwend Natuur & Milieueducatie versie 2.0’,’ zegt Edward. ‘Hoe loopt dat nou?’ vraagt Bart geïnteresseerd. ‘Nou, we hebben nu 7 bijeenkomsten gehad en de eerste contouren van een stedelijk plan staan op papier. We hebben een missie en visie. Wordt volgens mij een flink lijvig stuk. We worden er wel in genoemd. En hoe is het jouw commissie van de hogeschool dan?’ antwoordt Edward. ‘De samenstelling wisselt iedere keer, maar we hebben wel een stip aan de horizon met elkaar. We weten waar we naartoe willen. En de hogeschool vindt het belangrijk dat wij aan die horizon verschijnen. Klein is het nieuwe groot,’ legt Bart kort uit.

Toeval of niet, maar beiden horen een mail in hun mailbox vallen. ‘Van de hogeschool Ed. Ze gaan volgend jaar door met de werkveldcommissie en wij doen mee,’ leest Bart voor. ‘O, ik heb ook bericht over dat NME. Het management kon zich niet helemaal vinden in de opzet en daar gaan we komend jaar mee verder. Wij mogen nog meedenken,’ zegt Edward. Het is stil.

Edward kijkt naar buiten. Zijn blik is gericht op een auto die geparkeerd staat. Dan kantelt zijn stemming en zegt geïrriteerd: ’Bart, we staan gewoon in al die werkgroepen en commissies geparkeerd. Er is geen beweging. Moet je ons horen lullen. We praten al in hun termen. En wij betalen ook nog het parkeergeld. Uit eigen zak!!!! ’Het besef dringt door dat ze in handen zijn gevallen van grote harken. Hoe naïef kun je zijn. Ze harken al hun moed bij elkaar en melden zich af voor de commissies en werkgroepen.