Het is een zomerse dag. Edward en Bart zitten voor de verandering in het BuurtLABkantoor aan de Crooswijksebocht. Het is niet hun meest geliefde plek. Liever zijn ze op pad en aan de slag in buurten van Rotterdam. Oudeland, Zevenkamp, Oud Crooswijk, Rubroek, Jaffa. Met bewoners ‘dingen’ uit de grond stampen.

Dat doen ze inmiddels 16 jaar en ze dromen ervan dit te kunnen blijven zolang het nodig is. En nodig is het. Meer dan nodig zelfs.

Terwijl Edward de koffie inschenkt, filosoferen ze wat over wat ze meemaken, zien en horen in die buurten. ‘Zo,  Frans en Eva hebben het ook wel lastig hoor om alles voor elkaar te krijgen in Zevenkamp, Ed.’ zegt Bart. ‘Nu moeten ze weer Buurtgeld aanvragen bij de lokale welzijnsaanbieder. Die  heeft weer een geheel eigen, bijzondere aanvraagprocedure ontwikkeld voor bewoners. En afgelopen  week hebben we nog het 2e jaar financiering Orange Fonds ingediend. Ze hadden maar 14 vragen! Frans en Eva worden er soms echt krankjorum van man. Door hoeveel hoepeltjes laten ze die mensen wel niet springen?!’

Edward luistert en herkent het. Niet alleen Frans en Eva. Ook Femke, Alpha, Wim, Jaco, Wil, Radha hebben verhalen van gelijke strekking. Het zou toch mooi zijn als er een 1HOEPELTJE-BUDGET zou komen. Een keer door een hoepeltje springen en dan weten waar je aan toe bent. Wel of geen startbudget. Bij BuurtLABdromen ze ervan.

De voordeur van het BuurtLABkantoor staat open. Bart en Edward vinden dat dat hoort bij BuurtLAB:  een deur die open staat voor buren, die langs willen komen. Een buurvrouw grijpt haar kans en glipt naar binnen. Vol vuur steekt ze  meteen van wal: ‘Zijn ze helemaal gestoord geworden met die participatie hier? Als bewoners hebben we toch aangegeven dat we die herinrichting anders willen? En nu doen ze het toch zo. Zie je nou wel: ze luisteren niet en ze zien ons niet. Ik lijk verdomme wel doorzichtig. Pleur dan toch op met je participatie!’

‘Ook koffie?’ vraagt Edward. Met een stevige bak koffie werkt de buurvrouw het gal eruit. Edward en Bart kunnen maar 1 ding: luisteren. Zodra de koffie gedronken is, tapt de buurvrouw op en gaat lachend de deur uit.

‘Zo, die was flink gefrusteerd zeg!’ zegt Bart. ‘Ja, maar ook heel betrokken.’ reageert Edward.

De mannen zijn wel wat gewend.

De telefoon van Edward piept flink. Hij pakt hem op en kijkt. ‘Pffff. Manmanman. Femke. Uit Delft. Ze hebben wat geld vanuit een provinciale regeling voor hun natuurspeelplek, maar ze kunnen het geld alleen krijgen als ze een stichting zijn. En dat voor 750 euro. Gek worden die bewoners hier van.’ mompelt Edward. ‘ Ik app wel dat ze dat geld  bij BuurtLAB kunnen ‘parkeren. We zijn als BuurtLAB steeds vaker het vehikel voor bewoners die de schouders onder hun buurt willen zetten. Advies, coach, luisterend oor, breekijzer, bankrekening.’

‘Wat???!!! Vehikel? Sinds wanneer gebruik jij zulke moeilijke woorden Ed. Vehikel klinkt echt niet met dat Rotterdams accent man. Bovendien is het niet het vehikel maar de vehikel.’ reageert Bart. Edward is even stil. Ziet hij het nou verkeerd? De vehikel? Hoe kan Bart dat nou weten? Hij is dyslectisch.

‘Ik ga onze elektrokar even inladen, want straks gaan we naar Zevenkamp. Het wordt wel passen en meten om alles in dat picnickarretje te krijgen. We kunnen wel een aanhanger kunnen gebruiken. Een aanhanger kant-en-klaar ingericht met stoelen, tafeltjes, tentje om met bewoners in hun buurt snel aan de slag te gaan. Een Pop Up-aanpak.' zegt Edward gelaten.

‘Maar dan wel alles zo licht mogelijk Ed, want ik ben inmiddels 60 zoals je weet en al dat sjouwwerk trek ik niet meer met die rug en schouders. En wie gaat dat vehikel dan betalen Ed?’ vraagt Bart geïrriteerd.